In elk radioprogramma en bij elk radiostation zijn jingles
belangrijk. Deze zorgen er namelijk naast de stationsnaamvernoemingen van de
jocks voor dat de luisteraar wordt geholpen zich te herinneren naar welk
station die heeft geluisterd.
Luisteronderzoek
Respondenten van het luisteronderzoek in Nederland vullen
via internet of schriftelijk in welk radiostation ze op welke tijd hebben
beluisterd. Maar natuurlijk houdt niemand dat exact bij op het moment dat de
beluistering plaats vindt. In de praktijk gebeurt dit aan het einde van elke
dag of soms zelfs aan het einde van de week! Hierbij moeten ze zich dus juist
herinneren welk station aan heeft gestaan op tijdstippen die soms een week
eerder hebben plaats gevonden. Erg belangrijk dus dat die luisteraars weten
welk radiostation het was dat aan stond.
PPM
Zelfs in markten in de V.S. en Zwitserland waar de PPM-meter
de invuloefening van de luisteraar heeft verdreven en er met een soort ‘fingerprinting’
digitaal wordt gemeten naar welk station de persoon luistert, blijkt de
vernoeming van de stationsnaam nog steeds belangrijk. Voor de ‘awareness’ van
de merknaam, de terugkering van regelmatige luisteraars en de opwekking van
interesse bij nieuwe luisteraars is zelfs bij het gebruik van een PPM-meter de
naam van het station altijd erg belangrijk.
Gebruik dus elk moment dat er is tussen de verschillende
programma-elementen om de stationsnaam in het geheugen van de luisteraar te prenten.
Natuurlijk wel op ’n gevarieerde manietr zodat de grote herhaling van de naam
niet gaat irriteren. Maar laat in elk geval geen mogelijkheid tot stations
identificatie schieten.
Logisch
In de praktijk gebeurt dit namelijk nog regelmatig, ook bij
landelijke radiostations. Soms wordt er ‘droog doorgestart’ waarbij tussen 2
platen geen jingle wordt gedraaid noch een stationsnaamvernoeming wordt gedaan
door de presentator. Bij sommige station wordt dit bewust zo nu en dan gedaan
om de luisteraar niet té veel de stationsnaam voor te schotelen. Of dat een
goede keuze is, daar valt over te discussiëren. Zeker met de tegenwoordig korte
luistertijd.
Roodshow
Iets waar in elk geval geen discussie over mogelijk is, is
dat wanneer je dan toch een jingle draait die ook de stationsnaam moet
bevatten. Dat lijkt logisch maar als je wat rond zapt op de radio schrik je al
snel van de hoeveelheid jingles zonder stationsnaam. Zo ook bij Radio 2 afgelopen woensdag 5 september in het
programma ‘de Roodshow’van Jan Willem Roodbeen. Hierin wordt tussen 2 platen in
een jingle gedraaid met alleen maar de tekst: “De Roodshow”. Doe dan niks! Dit
is een compleet zinloze jingle die met de toevoeging van de naam “Radio 2”
ineens wel waardevol wordt.
Alleen de programmanaam noemen in een jingle gaat uit van de
verwachting dat de luisteraar dan weet dat het een programma op Radio 2
betreft. Dat gaat misschien nog voor je P1-luisteraar op maar zeker niet voor
je P2’s en P3’s. En het scheelt maar 2 woorden! Twee woorden die het verschil
kunnen maken tussen wel en geen kruisje bij het beluisterde kwartier in het
luisteronderzoek.
‘Phantome cume’
Dit soort jingles is de grootste oorzaak van een probleem
waar veel stations in ons land onbewust last van hebben: “phantom cume” of “fantoom
cumulatief”. Dit zijn luisteraars die wel naar je luisteren maar noteren dat ze
niet hebben geluisterd of nog erger, naar een ander hebben geluisterd. Scherp
en kritisch hiermee omgaan is de makkelijkste en goedkoopste manier om je
marktaandeel op te krikken.